zaterdag 30 juli 2016

Glacier Point: strompelend van de berg af


Al maanden geleden hadden we een plaats in een hikers bus geboekt met de bedoeling om ons bij Glacier Point te laten droppen en vervolgens terug te hiken naar de Valley. We wisten dat dit een uitdaging zou worden en dat was ook zo.

Glacier Point torent boven de Valley uit, vlakbij zou je zeggen. Toch doet de bus er een dik uur over om boven te komen. De rit in de bus was op zich al erg leuk. Onderweg vertelt de chauffeur allerlei interessante wetenswaardigheden over het gebied waar we doorheen rijden. Echt de moeite waard. Eenmaal boven aangekomen is er geen weg meer terug, want de bus gaat leeg ergens anders heen en neemt geen spijtoptanten mee. Je kunt hier kiezen voor de 4 mile trail, die langs de bergwand – steil naar beneden én in de zon – rechtstreeks naar de Valley gaat. Je kunt de Panorama Trail lopen van 8,2 mijl, ofwel 13,5 kilometer. Wij kozen voor de laatste en het was prachtig.

Tijdens deze trail kun je genieten van ongelofelijk mooie vergezichten en de vegetatie. Ook is het boven best lekker rustig in vergelijking met de Valley die 3000 voet onder ons ligt. Toch was de hike van deze lengte erg pittig in de brandende zon met een temperatuur van meer dan 30 graden. Ook is de trail lang niet overal goed begaanbaar. Bovendien gaat hij niet alleen maar naar beneden, maar onderweg ook een keer een mijl lang vrij steil omhoog. De laatste 4 mijl waren erg zwaar: moeilijk begaanbaar en erg steil, wat een grote belasting op voeten en beenspieren oplevert. Onderweg vullen we een keer onze waterflessen uit een bron. Je hebt in deze omstandigheden echt heel veel water nodig.



We hebben besloten dat we morgen vertrekken en een hotel gaan zoeken buiten Yosemite. We hoorden vandaag het gerucht dat er branden zijn bij Big Sur, wat ook nog op onze route ligt. De kers op de taart nog wel. Morgen uitzoeken wat we hier mee aan moeten

Meteorieten en Bodie


Gisteravond waren we getuige van een wel heel bijzonder verschijnsel. Monique merkte plotseling brandende stukken op in de lucht. Het bleek te gaan om een meteorietenregen die precies in een baan over ons heen trok. We konden er een poosje naar kijken voor ze achter de bergen verdwenen. Dit was wel heel bijzonder om te zien.

 Vanochtend waren we weer vroeg wakker. Na de bacon met eieren zijn we vertrokken richting Bodie, een ghost town in de middle of nowhere. Het is sinds een tijdje een State Park, je kunt er vanaf 09.00 uur tegen betaling in. Hoewel het voor veel reizigers uit de richting ligt is het zeer de moeite waard hiervoor een stukje om te rijden.



 Bodie is in de 19e eeuw gesticht als goudzoekersstadje en heeft in die tijd grote bloei door gemaakt. In de jaren ’30 kwam de klad er in. De goudmijn werd gesloten en de laatste bewoners vertrokken in 1942. Met achterlating van vrijwel al hun spullen, waardoor je in veel panden gewoon nog de huisraad ziet staan. De bewoners lieten dit achter omdat het duurder was om het mee te nemen. De meeste wegen in die tijd waren tolwegen en je moest naar gewicht betalen. Alles wat je in de panden in Bodie ziet is onaangeroerd gebleven en wordt door de National Park Service beheerd. Zelf het stof op de spullen hebben ze niet weggehaald.
Het is erg de moeite waard een wandeling door het stadje te maken. Hoe vroeger je komt, hoe beter, vooral voor het maken van mooie foto’s zonder moderne mensen er op. Toen wij er waren was het nog heel rustig, maar toen we na een paar uur weggingen werd het steeds drukker.
Van Bodie is het via de Tioga pas vrij makkelijk om in Yosemite National Park te komen. Naar Valley is het dan nog wel twee uur rijden. Wat ons onmiddellijk opviel is dat het veel drukker is dan zeven jaar geleden, ook in de buurt van Tuolumne Meadows. Dat het in de Valley druk zou zijn hadden we wel verwacht en dat kwam ook echt uit. Het is er enorm druk.



Mammoth Lakes. Of is het Oostenrijk?


Omdat we de Devils Postpile willen bezoeken rijden we naar Mammoth
Lakes. Om er te komen moet vanaf het bezoekerscentrum de shuttlebus nemen, met je eigen auto kun je niet verder. Het bezoekerscentrum is ook wintersportcentrum, compleet met jodelhut en Oostenrijks aandoende gebouwen. ’s Zomers is het een walhalla voor bikers. Het ziet er allemaal keurig uit.
De bus gaat op drukke tijden iedere twintig minuten en je kunt onderweg overal in- en uitstappen. Na een stuk de hoogte in te zijn gereden stappen we uit en lopen een korte hike naar Devils Postpile, die bestaat uit een hoge basaltformatie. Deze is 100.000 jaar geleden ontstaan als afkoelende lava, die vervolgens te maken kreeg met een gletsjer. De formatie bestaat uit honderden kolommen (‘posts’). In de loop der jaren zijn er ook de nodige omvallen, die op een hoop liggen (‘pile’).

We lopen nog een paar kilometer door naar Rainbow Fall, een erg mooie waterval. Daarna moet het weer omhoog naar een plek waar de shuttlebus stopt. Een hele klim, zeker met 35 in de volle zon. Het blijkt maar weer dat het geen overbodige luxe is om veel water mee te nemen, ook op een korte hike van een paar kilometer.
Vanmiddag lekker even bij de tent gehangen onder een boom. Dat kan ook erg lekker zijn.
Vanavond naar Mono Lake gereden, hier vlakbij. Dit bijzondere meer – onderdeel van het Great Basin – kan zijn water nergens kwijt, anders dan door verdamping. Hierdoor blijven er enorm veel zouten en mineralen in achter, waardoor het meer 2,5 keer zo zout is als de zee. We bekijken de tufas: kolommen van mineralen en zouten, die zich in de loop de jaren in het water hebben gevormd. Omdat de waterstand in de loop van de laatste decennia steeds verder is gedaald is een aantal boven water uit gekomen en staat een deel zelfs droog. Ze vormen grillige, soms een beetje spooky aandoende vormen. Alweer zo’n bijzonder natuurverschijnsel in dit schitterende gebied.


Morgen richting Yosemite…..







June Lake: eindelijk kamperen


Voordat we onderweg gaan naar June Lake rijden we nog door de Twenty Mule Team Canyon, een onverharde weg door een gebied met kleurrijke rotsen, badlands en desolate heuvels. Het is een korte, maar spectaculaire rit. We rijden niet in een 4x4, maar het is prima te doen.




We rijden naar het Noorden door Death Valley en komen langs prachtige zandduinen, dichtbij Stovepipe Wells. Daarna gaat het 20 mijl lang gestaag omhoog. Er staat een advies langs de weg om de airco uit te zetten om oververhitting van de motor te voorkomen en dat blijkt geen overbodige waarschuwing. Hoewel we een flinke auto hebben, heeft deze merkbaar moeite met de klim. Via twee bergpassen komen we in de buurt van de Alabama Hills en kunnen we door een dal een heel eind richting Bishop rijden.

In Bishop halen we een broodje bij de van oorsprong Nederlandse bakker Erik Schat. Als we de winkel binnen lopen – wat verwacht je van een bakkerswinkel – komen we in een soort happening terecht. In de winkel is het stervensdruk en het ‘echt Nederlandse Sheep Hearders Bread’ blijkt een echte hype. De bakker heeft de American Dream goed begrepen. Onze vier sneetjes van dit bijzondere brood kostten 18 dollar. Lekker brood, dat dan weer wel.

Als we verder rijden wordt het landschap weer groener en zien we de buitentemperatuur gelukkig wat dalen. We zitten op de camping Oh! Ridge bij June Lake, een prachtige plek. ’s Avonds koelt het aardig af, we hebben zelfs een trui aangetrokken en we zien de eeuwige sneeuw op de bergen. Een grotere tegenstelling met Death Valley kun je je bijna niet voorstellen.



Morgen de omgeving verkennen, onder andere Devil’s Postpile. Wordt vervolgd.



dinsdag 26 juli 2016

Van Las Vegas naar Death Valley, inclusief uitstapjes.


Omdat we vandaag relatief weinig kilometers maken – van Las Vegas naar Furnace Creek in Death Valley,  hebben we uitgebreid de tijd om onderweg interessante bijzonderheden te bekijken.




We willen nu echt wel weg uit het gekkenhuis Las Vegas en dus rijden we op deze maandagmorgen de stad uit naar onze eerste stop: Red Rock State Park, een half uurtje rijden vanaf de stad. Hier zien we weer de spectaculaire uitzichten die het zuidwesten van de VS te bieden heeft. In het compacte park rijden we de loop langs de spectaculaire rode rotsten en voert de weg ons hoger en hoger naar fantastische uitzichten. De beplanting bestaat uit een soort grote yucca’s en overal staan waarschuwingsbordjes voor overstekende tortoises, schildpadden. Het is erg warm, dus ook niet echt weer voor een hike, ook niet voor een korte van 3 mijl.





Red Rock State Park is een geweldige plek om in de buurt van Las Vegas weer even terug te keren in ongerepte natuur. Echt een aanrader voor wie in de buurt is en er even uit wil.



We gaan onderweg naar Death Valley, maar al na een paar kilometer wordt onze aandacht getrokken door het bordje Spring Mountain Ranch State Park. We besluiten de ranch te gaan bekijken.



 We worden rondgeleid door een alleraardigste vrijwilliger, ongetwijfeld een gepensioneerde. Zijn achternaam verraadt zijn Duitse afkomst en als hij begint te vertellen over één van de bewoonsters van de ranch – de van oorsprong Duitse actrice Vera Krupp – merken wij dat hij vermoedt dat Duitsers nog altijd als ‘fout’ zouden moeten worden gekwalificeerd. Hij verontschuldigt zich bijna dat hij zelf ook van Duitse afkomst is. We kunnen hem geruststellen door de te zeggen dat wij in Duitsers tegenwoordig vooral prettige buren zien. En of wij Vera Krupp kennen? Nee, afgezien van de naam “starck wie Kruppstahl” dan..



De geschiedenis van de ranch is op zich niet heel interessant, maar Amerikanen verstaan de kunst om er wel een heel verhaal van de te maken en dat gebeurt ook hier. Zo komen allerlei historisch bekende figuren voorbij in het verhaal over het huis, dat pas in 1947 werd gebouwd en dus eigenlijk nog heel jong is.



Dan rijden we door naar Death Valley, waar het heet is. Heel erg heet: we meten tot 52 graden Celsius. Onderweg maken we al even kennis met Zabriskie Point, waar we een klein stukje naar boven moeten klimmen om foto- en videomateriaal te maken. Lopen in die temperatuur wordt heel snel heel zwaar, zeker als je naar boven gaat. En het is nog uitkijken ook: met de harde, hete wind merk je niet dat je zweet en veel vocht verliest. Je moet hier écht een hele flinke watervoorraad bij je hebben en veel drinken.  



Furnace Creek Ranch, waar we overnachten, ziet er op zich leuk uit. Een aardige oase in de verzengende hitte. Toch zie je hier wel wat ‘wear and tear’: achterstallig onderhoud, de nodige provisorische reparaties en een wat gebrekkige schoonmaak. Toch is het best leuk om in een cabin te verblijven en ach: het restaurant serveert een uitmuntende pork chop, een hele dikke karbonade die je in Nederland nergens meer vindt.



Direct na het eten vertrekken we weer om foto- en filmmateriaal te verzamelen van de zonsondergang. In het licht van de laagstaande zon kleuren de bergen spectaculair! Een hele goede plek om hier van te genieten is de Artist Drive, een weg die langs een paar spectaculaire uitzichten voert. Vooral rond zonsondergang fantastisch.




We rijden in de schemering ook nog even door naar Badwater Basin. Op deze plek, ver onder zeeniveau en het laagste punt op aarde, heeft zich in de loop van miljoenen jaren water uit de bergen verzameld, dat onderweg allerlei mineralen en zout heeft meegevoerd. Een proces dat nog steeds door gaat. Het resultaat is een merkwaardige vlakte van voornamelijk zout, waarin ook nog een poel met water zit. Dat is natuurlijk heel erg zout en dat verklaart ook de naam Badwater, slecht water.



Een mooie overgang vandaag van het hectische Las Vegas naar het bijna buitenaardse gebied waar we nu zijn. Morgen gaan we noordwaarts en dan écht ons kamp opzetten en lekker kamperen!

We vermoeden dat we de komende dagen geen wifi hebben, we houden het blog wel bij en posten waar het kan....






maandag 25 juli 2016

Las Vegas


Toen we hier in 2009 waren wilden we er gillend weer uit……. Wat een gekkenhuis. In 2013 was het de plek waar Karin en Marc weer naar Nederland zouden vliegen en ook Nienke wilden we Las Vegas niet onthouden. Het is gewoon te bizar…. Nu kwamen we er langs want we willen graag een keer in Death Valley overnachten. Echt een klik is er voor ons niet, we wilden wel graag een keer een helikoptervlucht maken (lees Monique) . En dat hebben we gedaan. We vonden het allebei een geweldige ervaring. Onderweg werd goede muziek gedraaid, U2, Coldplay en op het moment dat je de Grand Canyon invliegt hoor je een wat bombastisch muziekje dat de dramatiek verhoogt.



We hadden een zeer informatieve piloot. Hij vertelde ons veel over de omgeving en Las Vegas. Bijvoorbeeld dat de lichtbundel bij het Luxor 52 dollar per minuut aan stroom kost. Wat een verspilling, ja….ja…. ik weet het….. we doen er zelf aan mee door hier te komen.

Heel grappig om te bemerken dat je allemaal “Jasper typetjes” ziet lopen bij Pappilion  (het bedrijf dat de rondvluchten verzorgd)…… Keurig wit overhemd, strepen op de schouder…….. zelf werden we rondgevlogen door iemand die de tweelingbroer van Mehran zou kunnen zijn.

We werden ’s ochtends opgehaald bij ons hotel en gebracht naar een verzamelplek. Vandaaruit richting Boulder. De luchthaven ziet er keurig verzorgd uit. Heel erg geslaagd allemaal, een zeer professionele organisatie, werkelijk niets op aan te merken.



’s Middags nog even naar de Bootbarn. Toch weer geslaagd om een paar laarsjes te kopen.

’s Avonds nog even naar de strip….. de nadruk op even, we vinden er niet veel aan. Daarna terug naar het hotel waar Michiel de laatste verbeteringen in zijn scriptie aanbrengt zodat die op tijd op tijd binnen is voor zijn verdediging op 30 augustus. Toch fijn om 2 ½ jaar studeren naast je eigen bedrijf in de lucht te houden af te kunnen sluiten.



Morgen Death Valley…….

zaterdag 23 juli 2016

Rode rotsen en de rest....


Echt handig was onze wijziging in de planning niet. We zouden eerst niet eens in de buurt van Sedona komen. Toch hebben we geen spijt. Het waren twee zware reisdagen maar wat hebben we genoten. Vooral vandaag van de scenic byway 176. En weer zijn er plannen om ook hier eens terug te komen. Een nacht of 4 …….. we willen dan hiken, biken en zeker ook een 4x4 huren om een stuk te rijden. Ook hebben we Montezuma’s Castle bezocht. Super leuk…. Was voor ons niet de eerste keer dat we grotwoningen hebben gezien, we zijn ook al in Mesa Verde geweest, maar blijft toch heel bijzonder om te zien hoe de Indianen vroeger ingenieuze oplossingen hadden voor hun huisvesting.



De rest van de vakantie zal niet zulke grote reisafstanden meer hebben.
Inmiddels zitten we in Las Vegas. Onderweg hebben we een bezoek gebracht aan de Hooverdam. Toen we hier in 2009 waren was de brug nog in aanbouw. Nu is hij al een tijdje klaar en toegankelijk voor  het publiek. Er zijn trappen die je boven op de brug brengen, naast het voorbijrazende verkeer. Het is een hele inspanning om boven te komen. Het is bloedheet en het waait keihard. Al snel hebben we het wel gezien en we vervolgen onze weg. Nog even een uitzichtpunt bekijken en dan weer verder richting Las Vegas.
We hebben vanavond een moedige poging gedaan om Fremont Street te bezoeken, helaas mislukte dit jammerlijk. Las Vegas is normaal al een gekkenhuis maar nu, in het weekend én in de zomervakantie, dus helemaal. We hebben onze pogingen gestaakt en zitten nu op onze hotelkamer in het Tuscany, zeg maar “in onze suite” hij is megagroot.
We beginnen wel erg te verlangen naar kamperen. Vanmorgen nog wat rotsharingen gekocht en een hamer. Volgens mij zijn we compleet. Het lijkt me heel bijzonder om in Death Valley op de Furnace Creek ranch te overnachten maar daarna………


vrijdag 22 juli 2016

Lange, warme dag......


Hoewel we wel door de jet lag heen zijn, zijn we vroeg op. En dat komt goed uit, want er ligt een aardige trip van bijna zes uur voor de boeg. Het hotel waar we overnacht hebben is erg goed en we kunnen er goed ontbijten met mooi dun gesneden bacon, eieren en heerlijk vers fruit. Een mooie start van de dag.

De rit voert vandaag door een enorm onherbergzaam en verzengend heet gebied naar Cottonwood, Arizona. Het is bij dit soort oversteken aan te raden tijdig te tanken. Wij rijden nooit verder leeg dan ¼. En dat bleek ook nu weer een goed idee: kort na de tankstop in het vertrekdorp 29 Palms passeren we een bord met ‘next services 100 miles’. 160 kilometer dus. En als je ergens niet wilt stranden is het wel in de woestijn die we vandaag doorkruisen.

Onze navigatie hadden we op snelwegen vermijden gezet. We houden van de lege landschappen die je in Amerika egelmatig tegenkomt. Maar na 3 uur niets hebben we het wel gehad en vinken de optie snelwegen vermijden weer uit.

Toch hebben woestijnen ook hun schoonheid. Regelmatig zien we spectaculaire vergezichten en snappen we ook waarom er vaak over ‘painted hills’ gesproken wordt. Na een paar uur komen we plotseling een plek tegen waar vele honderden schoenen verzameld zijn. Geen idee door wie en waarom. Dat we niet hallucineren van de hitte blijkt uit de foto’s die we maken.



Heel langzaam verandert onderweg het landschap. Het wordt zelfs weer groen hier en daar. We zien heuvels met allerlei soorten cactussen, echt heel mooi. Ook de kleur van de aarde wordt steeds wat roder. In Cottonwood logeren we in de Iron Horse Inn, een fantastisch hotel met een sfeervolle binnenplaats aan Main Street in Downtown Cottonwood. We hebben een kamer beneden aan de gezamenlijke tuin.



We verkennen “Old Town” Cottonwood, een erg leuk plaatsje.

We maken nog even een kort tripje naar Sedona, waar de rode kliffen echt spectaculair zijn. We besluiten daar ook lekker uit eten te gaan, omdat we zin hebben in een echte Amerikaanse steak. In de Golden Goose leren we echter weer iets nieuws. Amerikanen blijken namelijk in staat om een steak te paneren en te frituren, zodat het net is alsof je een goedkope schnitzel van de Jumbo eet. Die wordt dan wel geserveerd onder leiding van een ober met een Frans accent. Net als in een echt sjiek restaurant.

Morgen weer verder naar Las Vegas  via route 66………..

NB: We zijn er inmiddels achter dat de schoenen een soort monument vormen voor overleden jongeren.




Don't die today.........


Onze avonturen in de Beverly Hills maken dat we slapen als rozen, we zijn kapot….. om half zeven worden we wakker. Niet slecht, zouden we door de jetlag heen zijn?

Na het douchen etc en het pakken van de tassen sluiten we ons in de ontbijtzaal aan bij de enorme aantallen Chinezen.

We willen graag ontbijten bij het zwembad maar helaas is dit nog niet open.

We vertrekken op tijd en de reis richting Joshua Tree verloopt zeer voorspoedig. Halverwege de rit bezoeken we een outlet. We zijn eerder in dit soort outlets geweest en deze is echt erg mooi. Binnen de kortste keren lopen we met tassen vol.

We lunchen in een verzamelgebouw van eettentjes waar duidelijk wordt wat we al vermoeden…….. Chinezen overspoelen de VS voor een vakantie., de tafeltjes in het restaurant schreeuwen ons in het Chinees toe dat we nog meer korting krijgen met een Visa card. (Niets van gemerkt trouwens bij het afrekenen.) Toch grappig, ze kopen massaal “made in China” spullen. Ook grappig om te vertellen is dat ze in deze bloedhitte (Michiel zei dat zelf de Americain Eagle met deze temperaturen dood van het dak valt) ze bijna allemaal hun jas aanhouden.
 

We reizen door en tanken, bij het afrekenen kom je in het benzinestation in een ruimte die voor de helft gevuld is met slotmachines. Druk is het er ook…… We vermoeden dat op ¾ van de machines wordt gespeeld.

We vervolgen onze weg en komen bij een visitor centre van Joshua Tree. Hier hangen posters om mensen te waarschuwen voor de hitte, zoals een poster met “Don’t die today” Het visitor centre bevindt zich ongeveer 5 mile buiten het park. Hier kopen we voor 80 dollar onze “America the beautifull pass” Ons entreebewijs naar de National parken deze zomer.

We rijden Joshua Tree NP binnen en worden op slag verliefd, wat is dit een prachtig park. We wagen ons een paar keer uit de auto maar die uitstapjes zijn van korte duur, het waait wel maar niet een echt verkoelend briesje…… je loopt gewoon in een föhn zo warm.
 

Ons hotel staat in Twentynine Palms, we eten bij de lokale Mexicaan en gaan ’s avonds nog even terug naar het park. De temperaturen zijn daar inmiddels zeer aangenaam.

 

Morgen staan de rode rotsen in de buurt van Sedona op het programma

donderdag 21 juli 2016

Een volle dag in Los Angeles


Pancakes op een piepschuimen bordje. We ontbijten op zijn Amerikaans in het hotel. Het is wel een goede voorbereiding op een volle dag in Los Angeles.

 Als eerste zijn we naar Manhattan Beach gereden. We waren te vroeg voor de REI, die nog niet open was. Manhattan Beach was al vroeg het domein van surfers. Er hangt een erg leuke sfeer. Relaxed, maar toch heel anders dan Venice Beach waar we al eerder waren. Venice is meer flower power en Manhattan meer yup. Vanaf de pier is het aangenaam kijken naar iedereen die probeert op de golven te “rijden”.




Bij onze favoriete winkel REI - voor wie hem niet kent, een échte outdoor winkel – hebben we de nodige spullen voor het kamperen gehaald, waaronder gasflessen en een bijl voor de kampvuurtjes die komen gaan.

 Een heel bijzonder museum is het Paul Getty Museum. Wie van kunst en architectuur houdt kan hier zijn hart ophalen. Wij hebben vooral genoten van het gebouw zelf, waarin veel invloeden van de Bauhaus stroming zijn terug te vinden, en van de schitterende tuin met zijn symmetrie en heerlijke geuren en kleuren. Alles klopt in de tuin. Het museum beschikt over een enorme ondergrondse garage en een treintje dat je tot voor de deur brengt. Als je ooit van plan bent om dit museum te bezoeken , doe het dan vroeg. Het is druk, wij liepen niet over de koppen heen maar toen we weggingen begon het erg druk te worden. Daarna even naar het hotel voor een pauze, eerst nog even naar de “Dollar Tree”(tja, je bent toch juf) Michiel mocht zijn rugtasje niet mee naar binnen nemen…… tja, je zou eens wat voor een dollar stelen. Toen we de winkel inliepen viel onze mond open van verbazing. Alle…… werkelijk alle schappen waren een puinhoop. Het leek wel of er en aardbeving was geweest. Die mevrouw had zich beter met iets anders dan een potentiële beroving bezig kunnen houden leek ons……..






Vanavond zijn we naar het Griffith Observatory gegaan. Wij dachten dat dit zo tegen zonsondergang wel fraai zou zijn. En dat dachten er meer. Ongelofelijke hoeveelheden auto’s vormen een lange file om naar boven te rijden. Wij besloten de auto beneden achter te laten en een korte hike naar boven te lopen, deels langs de weg en deels door het bos. Die was erg steil, maar we waren er zo. Vanaf het observatory heb je een fantastisch uitzicht over de stad, waar je de lichtjes ziet aan gaan. Aan de andere kant gaat de zon onder achter de Hollywoord Hills, wat een spectaculaire kleurenpracht in de lucht oplevert.






De auto terug vinden werd overigens nog wel even een avontuur. Toen we de weg naar beneden volgden kwam er na een kilometer een vaag gevoel op. Lopen wij wel goed? Zaten wij eerder niet achter de heuvel waarlangs we nu naar beneden liepen? En dat bleek inderdaad het geval. Terug naar boven dus, vragen aan een ranger en inderdaad, de andere kant op. We waren niet de enigen die deze fout hadden gemaakt. We liepen uiteindelijk in een groep van een man of 20 terug naar de auto.

 Het verkeer in Los Angeles is enorm druk. Drukker ook dan zeven jaar geleden, toen we hier voor het eerst waren. Op de snelwegen staan vrijwel de hele dag files. En op de boulevards schiet het ook niet op: iedereen rijdt plankgas van het ene naar het volgende stoplicht, waar je vaak best lang moet wachten. Neem daarbij dat Los Angeles echt enorm groot is en je weet dat je met best wat reistijd moet rekenen.
Morgen richting Joshua Tree…… hopelijk de rust in.

woensdag 20 juli 2016

De reis naar Los Angeles


Vandaag is het dan zover en brengt Merijn ons naar Schiphol. Almere neemt nog even afscheid met een file op de A6 met een vertraging van maar liefst 78 minuten, maar wie op tijd vertrekt krijgt daar geen stress van.





Op Schiphol maken we voor het eerst kennis met self service check in, geautomatiseerde  paspoortcontrole en de nieuwe, ruim opgezette controlepoortjes, waardoor de overstap naar de airside soepel verloopt. Dat is voor ons altijd het moment dat de vakantie écht begint.

Over de reis met KL 603 valt natuurlijk niet écht veel te vertellen. Een heel aangename vlucht met een hoog serviceniveau, heel professioneel allemaal. We hebben daarbij natuurlijk wel het geluk te kunnen beschikken over plaatsen bij de nooduitgang, die eigenlijk nog te ruim waren om languit op de vloer te gaan liggen.





Tijdens de reis maken we ook kennis met onze Turkse buurman, die er die ochtend al een vermoeiende trip vanuit Istanbul op heeft zitten. Hij spreekt heel beperkt Nederlands en geen Engels. Toch blijft het cabinepersoneel, één uitgezonderd, hem de hele vlucht in het Engels aanspreken. En blijft Monique alles hardop in het Nederlands vertalen. En net die ene stewardess informeert tijdens de landing of hij het douaneformulier goed heeft ingevuld. Dat blijkt niet het geval en terwijl het toestel al aan de gate staat, sprint ze weg om een blanco formulier te halen en dit samen met hem in te vullen. Dat noemen wij echt wel servicegerichtheid die je met hoofdletters mag schrijven. Zij leert hem ook het woord ‘famlily visist’ wat hem door de controles moet helpen. Monique belooft hem dat hij met ons door de controle mag, maar eenmaal in de hal aangekomen worden we onverbiddelijk uit elkaar gehaald. We hopen dat het goed gekomen is met zijn family visit.

 De rest is bijna routine. Shuttlebus, auto ophalen, naar het hotel. We controleren de auto deze keer extra goed, vorige keer kregen we er – in het donker – één mee met totaal versleten banden. Maar het hele rijtje waar we uit kunnen kiezen staat keurig op vrijwel nieuwe banden. Ondanks dat we maar met ons tweetjes zijn staat hier een dikke Chrysler voor zeven personen in de garage.

 De overbrugging van het tijdsverschil gaat deze keer wel iets minder vanzelf. Om 20.00 uur (06.00 ’s ochtend in Nederland) storten we in bed. Om 03.00 worden we wakker en houden het met veel moeite vol tot 06.00.. Tijd om de laatste spullen in te kopen bij REI en Walmart en gaan!