zondag 21 augustus 2016

Laatste volle dag en weer naar huis…….


Het zit er nu echt bijna op. We hebben de laatste spullen uitgezocht en ingepakt en eigenlijk zijn we klaar om in te checken. Omdat we pas vannacht naar de luchthaven zullen gaan hebben we nog één volle dag om te besteden in en rond Los Angeles.


De keuze valt op Huntington Beach, vanaf ons hotel evengoed nog een goed uur rijden. Maar het vooruitzicht van zon, zee en strand weegt toch op tegen een dag rondhangen in files en een niet bepaald mooie stad.


Het blijkt een prima keuze te zijn. Op deze doordeweekse dag is het zelfs rustig aan het enorm uitgestrekte strand. Het is er heerlijk en in het zonnetje zitten we een poosje over de baai uit te kijken. In de branding zien we ook hier weer dolfijnen. Het lijkt alsof ze spelen, maar het kan ook zijn dat onder water de nodige vissen wordt uitgemoord in het kader van een late lunch. Het is in ieder geval een mooi gezicht om de dieren zo bezig te zien.




Op de terugweg naar het hotel bezoeken we ook nog even de ….Citadel Outlets, een enorm complex van de bekende, voornamelijk kledingwinkels.

Eten doen we bij wijze van uitsmijter in een Outback Steakhouse, waar je inderdaad een fenomenaal stuk vlees krijgt voorgeschoteld van een kwaliteit die je hier met een lampje moet zoeken. We bestellen er ook een blooming onion bij, die door de bediening in eerste instantie vergeten wordt en die we vervolgens gratis meekrijgen. Lekker voor vanavond op de hotelkamer, denk we nog. En zo nemen we voor het eerst een doggy bay met deze levensgrote lekkernij mee naar buiten.

Omdat we midden in de nacht weg moeten biedt de vriendelijke hoteleigenaar nog aan wat te eten en te drinken voor ons klaar te zetten. Erg aardig, maar niet nodig. We hebben tenslotte onze ui nog en een paar blikjes Dr. Pepper.

Dan gaat het snel. Kort na middernacht vertrekken we al. Wat heb je er aan om op de kamer te blijven zitten? We rijden weg en leveren de auto in. Een uurtje later staan we bij terminal 5, klaar om de koffers in te checken en ergens in de vertrekhal op een rustig plekje de ochtend af te wachten. Alleen jammer dat koffers inchecken ’s nachts niet blijkt te kunnen, ook niet bij zo’n mooie automaat als op Schiphol. Deze enorme luchthaven gaat ’s nachts gewoon dicht en we mogen uren op onze koffers zitten in een ruimte zonder enige voorziening. Hoewel je geadviseerd wordt tenminste drie uur van tevoren aanwezig te zijn, begint men pas anderhalf uur voor vertrek met koffers inchecken. Na een nachtje rondhangen kom je zo alsnog in de drukte terecht.

We vliegen via New York, waar het na vijf uur vliegen drie uur later is. Van daar door naar Amsterdam, waar we de volgende ochtend om 06.00 aankomen.

We staan al snel buiten en ook de bagage komt snel op de band. Jasper en Nadine staan klaar om ons thuis te brengen.


Einde van een zeer geslaagde vakantie……..


zondag 14 augustus 2016

Solvang, Santa Barbara en een etentje in Pasadena


Vanuit een grijs Morro Bay vertrekken we vandaag voor het laatste stuk richting Los Angeles, die ook weer voor een groot deel over Highway voert. We hebben de tijd – de afstand is niet heel groot – en kunnen onderweg dus nog wat dingen bekijken.

De eerste stop maken we in Solvang, een klein plaatsje dat in Deense stijl is uitgevoerd. Het werd in 1911 gesticht door Deense reizigers, die zich in California wilden vestigen. Sindsdien is alles er in dezelfde stijl bijgebouwd. In het toeristische plaatsje zijn verschillende bakkerijen, winkeltjes die Deense spullen verkopen en uiteraard een winkel in kerstartikelen. Aardig om bij wijze van pauze tijdens de rit even doorheen te wandelen.



Onderweg verandert het landschap langzaam: er zijn minder bossen en meer heuvels met uitgedroogd gras, wat ze een gelige kleur geeft. Het is overal gortdroog en ook de temperatuur loopt weer aardig op.

Santa Barbara heeft een mooi centrum. Het is er netjes, schoon en smaakvol. Duidelijk een plaats waar geld zit. Ook hier strekken we een uurtje onze benen. Dat is wel een prettige voorbereiding op het erg drukke en hectische verkeer in en rond Los Angeles, waar we ons weer in zullen storten. Na de eerste files genomen te hebben nemen we onze intrek in de Friendship Motor Inn aan Crenshaw Boulevard, een half uurtje van de luchthaven. Een eenvoudig, maar keurig hotelletje met zeer vriendelijke eigenaar.

Die avond bezoeken we de oom en tante van Michiel, die al sinds de jaren ’60 in Pasadena worden. We worstelen ons tijdens de avondspits door onvoorstelbare files in Los Angeles. Die staan hier trouwens de hele dag door, het is veel drukker dan in 2009 toen we hier voor het eerst kwamen. Eigenlijk mogen we nooit meer klagen over die lullige 10 kilometer bij Utrecht op een gemiddelde werkdag…


dinsdag 9 augustus 2016

More is less.......


Vanmorgen was het nog wat koud. We besloten om een bezoek aan Hearst Castle te brengen. We hadden verwacht dat het huis zeker onze smaak niet zou zijn. We waren toch niet voorbereid op zo’n kakofonie aan stijlen. De hoofdstijl is Spaans maar daar doorheen zit Romaans, Grieks en veel beton. We hadden een Grand Rooms tour geboekt en hebben ons prima vermaakt met Chinezen die op randen van vijvers gaan hangen, werknemers die daar dan weer van in de stress raken. Een gids die net iets teveel wilde vertellen maar steeds moest benoemen dat ze ergens niet op kon komen en een werkneemster die als “bezemwagen” en bewaker fungeerde en probeerde om iedereen op de loper te houden. “I think I heard a bell ringing, that means somebody is not on the carpet”.


Vanmiddag even Morro Bay verkend. Een leuk kustplaatsje, iets toeristisch maar niet te. We hebben genoten van een groep zeeotters (wel 20) die in de lagune met elkaar aan het spelen waren. Er ligt een prachtig strand waar veel surfers te vinden zijn. Heel relaxed hier.



Morgen weer richting Los Angeles…….. we beginnen het einde van onze reis te naderen….


Whale watching in Montery en door naar Morro Bay


Op maandagochtend 07.30 zijn we bij het Whale Watching Centre: het is koel, grijs, maar rustig weer en het gaat door. Om 08.00 uur vertrekken we voor een vier uur durende vaartocht door Monterey Bay en een stuk de oceaan op en zijn we benieuwd wat we allemaal tegen gaan komen.
De boot vaart eerst langs de pier waar alweer een heleboel zeeleeuwen liggen te luieren. Daarna zet hij koers naar open zee om daar de komende uren zoveel mogelijk walvissen op te zoeken. En dat lukt heel goed. We hebben onderweg heel veel dolfijnen gezien en drie echte grote walvissen, waarvan de laatste spectaculair uit het water sprong en met zijn vin op het water sloeg. Echt een prachtig gezicht!


Tijdens zo’n tocht kun je het trouwens wel behoorlijk koud krijgen. Er stond best wat wind en het was bewolkt. We waren blij dat we truien en jacks hadden meegenomen, al was dat eigenlijk nog steeds niet voldoende. Na een uur of vier ben je ook wel moe. Niet alleen van de kou, je zit al die tijd ook nog op een boot die nogal beweeglijk is. Toch was het prachtige ervaring.

Die middag zakken we af naar Morro Bay. Toch weer via Highway 1, die open is voor doorgaand verkeer. Bij de Big Sur is het vuur toch weer dichter bij de weg gekomen. Er is veel brandweer en de rookwolken boven de bergen zien er nog dreigender uit dan gisteren.

Highway 1 is een ontzettend mooie weg om te rijden. Ook op het stuk dat we nog niet gezien hebben worden we getrakteerd op spectaculair mooie uitzichten op zee, stranden, bergen en bossen.


We komen langs een kolonie zeeolifanten……… wat zijn dat lompe beesten om te zien, gaaf van lelijkheid.



zondag 7 augustus 2016

Highway 1, Monterey, Big Sur

Voor de laatste keer passeren we de Golden Gate onderweg naar Highway 1, die we zullen volgen tot Monterey. Daar zullen we één dag langer blijven dan voorzien, omdat we het gat moeten opvullen dat is ontstaan doordat we niet bij Julia Pfeiffer kunnen kamperen.
Zodra we de agglomeratie San Francisco achter ons laten begint het landschap te veranderen en maakt de bebouwing plaats voor een meer natuurlijke omgeving. We zakken langzaam af in zuidelijke richting en af en toe stoppen we even om van het uitzicht te genieten en foto’s te maken.
Een leuke plek om even rond te kijken is Pigeon Point Light Station, een oude vuurtoren met een paar huisjes. Vanaf deze plek zien we ook de eerste walvissen, al zijn ze erg ver weg. Heel in de verte kun je ze zien spuiten. We kijken een paar minuten naar het bijzondere verschijnsel en het zijn er inderdaad veel.

Via Santa Cruz, dat langs de zee veel weg heeft van een pretpark, komen we in het veel rustigere en kleinere Monterey. We nemen onze intrek in het hotel en zoeken een wasserij op om onze was te doen. Daarna zoeken we ook de kampeerspullen uit: die hebben we nu niet meer nodig en kunnen alvast worden opgeborgen. Omdat we die middag al uitgebreid Mexicaans hebben gegeten, slaan we de avondmaaltijd over: een paar handjes pinda’s verder storten we moe in bed.

De volgende ochtend verkennen we de omgeving, onder andere door het rijden over Cannery Row: een straat met allemaal voormalige fabrieken waar vis werd ingeblikt. Aardig om te zien. Ook wagen we ons aan de ’17 mile drive’. Tegen betaling van 10 Dollar mag je langs heel veel golfbanen, protserige huizen, tuinschuttingen van de superrijken en talloze bordjes met ‘no stopping’, ‘keep off’, ‘no entry’ of ‘private property’ rijden. Wij vinden er niets aan, anderen vinden het prachtig. Weer een ervaring rijker.

Ruim op tijd gaan we naar de Fishermans Wharf om in te checken voor onze whale watching cruise. Michiel heeft op zijn telefoon een gemiste oproep staan en dat blijkt van de walvisvaarders te zijn. De trip is geannuleerd in verband met slecht weer en hoge golven. Zo jammer! Gelukkig mogen we meteen inschrijven voor maandagochtend vroeg, hopelijk is het weer dan wel goed.
 We vullen de avond met een wandeling langs de kust, er is hier veel wildlife te zien. Echt gaaf!



Omdat we hier een dag langer zijn dan gepland, zoeken we een mooie invulling voor de zondag. Die wordt gevonden in een bezoek aan het Aquarium. Je kunt hier prachtige en grote aquaria bekijken met veel dieren en planten, die hier in de omgeving in zee leven. Hoewel we er al na een paar uur zijn uitgekeken is het een leuke ervaring.



’s Middags rijden we Highway 1 een stuk af. Hoewel in de Big Sur - waar ook ‘onze’ campground ligt - alles is gesloten, kunnen we er wel doorheen rijden. In het gebied zijn alle zijwegen van Highway 1 afgesloten. Deze route langs de kust is echt spectaculair mooi en heel fotogeniek.


Naarmate we dichter bij Big Sur komen zien we steeds meer rook in de bergen. Ook komen we regelmatig van alles tegen dat er op duidt dat hier echt iets aan de hand is: brandweer, politie, vrachtwagens met bulldozers er op. Op een bepaalde plek zien we ook helikopters af en aan vliegen om in zee water te halen, wat ze mee terug de rokende bergen in nemen. Een onvoorstelbaar groot – en prachtig! – gebied brandt hier af, veroorzaakt door een illegaal kampvuur. Er is hier ook al een dode gevallen en er zijn 56 huizen en 11 andere gebouwen verwoest. Het doet gewoon pijn om te zien.


Uiteindelijk vinden we de campground ook, we zien hem van een afstandje liggen en kunnen er mooie foto’s van maken. We mogen er niet in, want er zijn linten gespannen waar we niet langs mogen. Men wil blijkbaar echt voorkomen dat mensen toch het gebied in gaan. En gelijk heeft men: alsof het onder controle krijgen van de brand niet al genoeg vraagt: meer dan 5000 brandweerlieden zijn er mee bezig en dan wil je niet ook nog naar een paar eigenwijze toeristen hoeven zoeken.

Op de terugweg naar Monterey zien we meer activiteit van politie en brandweer van eerder die dag. Ze zijn druk langs de weg, er is van alles afgesloten, er staan meer pylonen en afzetlinten en wij krijgen langzaam het idee dat het hele stuk Highway 1 langs de Big Sur wel eens dicht zou kunnen gaan. We houden de berichtgeving maar in de gaten, want morgen willen we er weer langs onderweg naar Morro Bay.  
Wat mooi en ontroerend is om te zien zijn de vele dankbetuigingen richting de hulpdiensten. Overal hangen spandoeken en staan borden waarop de brandweermannen bedankt worden voor hun inzet.


vrijdag 5 augustus 2016

China Camp State Park: oase van rust vlakbij SF


Inmiddels hebben we ons verplaatst richting San Francisco en hebben we ons kamp opgeslagen in China Camp State Park, een prachtig natuurgebied ten noorden van de stad en gelegen aan de grote baai. Wij zijn hier al eens eerder geweest en ook nu weer hebben we een prachtig plekje in de bosjes op een heuvel.


China Camp is een oude nederzetting aan de baai van San Francisco, vlakbij San Rafael. Het piepkleine dorpje, gesticht door Chinese immigranten en lange tijd helemaal zelfvoorzienend, staat er nog en is beschermd cultureel erfgoed. Leuk om even doorheen te lopen.



In San Francisco hebben we fietsen gehuurd en de ‘bike the bridge tour’ gereden. Het is best bijzonder om over de Golden Gate Bridge te fietsen. Hoewel het op de brug erg druk is, is het ritje echt wel bijzonder. Aan de andere kant zijn we met een scherpe afdaling aangekomen in Sauselito, waar je een pontje terug naar de stad kunt nemen. Wij hebben dat niet gedaan en zijn nog verder gefietst naar het verderop gelegen Tiberon, waar je ook een ferry kunt nemen naar San Francisco. Een fietstochtje van bijna 29 kilometer en 20 minuten terug naar San Francisco op een snelle ferry, erg leuk.


De tweede dag hier hebben we ‘s avonds een bezoek aan Alcatraz gebracht. Er zijn cruises die alleen langs het eilandje varen, maar met Alcatraz Cruises mag je er ook op. Een heel bijzondere ervaring. Het is maar een klein stukje varen vanaf Pier 33. Eenmaal op het eiland aangekomen sta je oog in oog met één van de meest beruchte gevangenissen ter wereld: tot 1963 gingen hier de échte probleemgevallen naar toe. Niet alles is open voor bezoekers, maar je krijgt meer dan genoeg te zien om een goed beeld te krijgen van hoe het er vroeger aan toe ging. En dat geeft zeker stof tot nadenken, wat ook één van de bedoelingen van de openstelling van het eiland is. Het gevangeniscomplex komt in alles onaangenaam over: het is somber en koud, het tocht en het is donker. Maar op die manier heeft het ook weer zijn schoonheid. Neem de audio guide – je kunt hem ook in het Nederlands krijgen – en je hoort enorm veel geschiedenis. Het is vrijwel ondenkbaar dat je hier niet van onder de indruk raakt. Wij hadden de night tour en kwamen met het één na laatste bootje van de dag weer terug. Prachtig om vanaf het water de lichtjes van de stad en van de indrukwekkende Bay Bridge te zien.


Morgen zakken we heel rustig af langs de Pacific coast naar Monterey voor o.a. whale spotting. En een hotel met douche.

dinsdag 2 augustus 2016

Seqoia en Kings Canyon


Sequoia is erg groot, het ligt hoog en de afstanden zijn best groot. Vandaag hebben we op ons gemak de highlights bekeken.

We zijn begonnen met de General Sherman Tree: niet de hoogste boom ter wereld, maar wel de grootste. Onderweg er heen zie je steeds meer grote sequoia’s langs de weg en in het bos, een indrukwekkend gezicht. Vanaf het parkeerterrein is het zo’n 700 meter lopen naar deze bijzondere boom, die inderdaad enorm is. We lopen nog een klein stukje van Congress Trail in de buurt, maar besluiten om niet de volle 6,5 kilometer vol te maken om onze energie een beetje te sparen. Op hoogte wordt lopen snel pittig en alles gaat steil omhoog en omlaag.


Wat ook indruk maakt is Beetle Rock. Een grote, kale, afgeronde rots aan de rand van een klif, waar je een geweldig uitzicht hebt over de bergen van de Sierra Nevada. De korte wandeling langs Beetle Rock komt uit bij het Sequoia Museum, waar ook de Sentinel staat, de hoogste boom ter wereld. Hoe groot zo’n sequoia wordt heeft alles te maken met de omstandigheden waaronder de boom opgroeit. Er zijn ook bomen van 100 jaar oud met een doorsnede van 25 centimeter.


We brengen ook nog een bezoek aan Kings Canyon. Hoewel we dit deel minder indrukwekkend vinden is een bezoek de General Grant echt de moeite waard. Deze sequoia is tevens gedenkteken ter nagedachtenis aan gevallen militairen.

Ook ervaren we nog een stukje plaatsvervangende schaamte. Op een oude, al erg lang geleden omgevallen en door de tijd uitgeholde sequoia, zien we een Nederlands gezin lopen. Op de stam staat toch echt een bordje ‘do not climb on tree’. Een ranger stuurt ze weg. Jammer dat het zo moet.


Vanavond zijn we nog even naar Moro Rock gegaan: een kale rots, die hoog boven Sequoia uittorent en waar je een prachtig uitzicht hebt over de bergen van de Sierra Nevada.

Op de terugweg zien we vanuit een andere auto iemand driftig richting het bos wijzen. Niet voor niets, want we zien hier een beer scharrelen op zoek naar voedsel. Een paar kilometer verderop gebeurt dat nog een keer: deze beer blijft minutenlang vrij dicht bij ons, totdat we vinden dat hij te dichtbij komt en we weer in de auto gaan. In dit gebied wonen heel veel beren, dat blijkt wel als je ze zo dicht bij elkaar in de buurt kunt spotten.



Welcome to the hotel Californië......


Als we ’s ochtend uit de Valley vertrekken krijgen we nog een mooi cadeautje mee in de vorm van een ‘bear sighting’. Aan de overkant van de weg en de rivier scharrelt een moeder beer met een cub langs het water, onverstoorbaar en ongevoelig voor alle stoppende auto’s en fotograferende toeristen.


Als we het park uit rijden zien we overal alweer files ontstaan. Op deze zomerse zaterdag wordt Yosemite overspoeld door dagjesmensen. Het wordt ons echt te druk.

We komen die middag uit in het 45 mijl verderop gelegen Mariposa, een leuk oud stadje. Een hotelkamer vinden valt niet mee, aangezien veel mensen hier onderweg naar Yosemite logeren. Uiteindelijk zien we het Hotel Mariposa Inn aan Main Street en proberen hier nog eens ons geluk te beproeven. Het is een heel oud gebouwtje en de entree bestaat uit niets meer dan een klapdeur en een trap. Boven aangekomen lijkt het of we terug zijn gegaan in de tijd. Bij een soort huiskamer annex kantoor moeten we aanbellen. Een oud mannetje kijkt ons vreemd aan. Op de vraag of hij een ‘vacancy’ heeft is hij niet zeker en gaat hij bellen… naar zichzelf. De telefoon aan de andere kant van het kantoor gaat over. “Well, that was quick”, zegt hij, verbaasd over zijn eigen actie. Gelukkig gaat hij op zoek naar zijn vrouw, die ons kan vertellen dat ze net een annulering heeft ontvangen en dat we de ‘last room in town’ mogen hebben. De kamer is meer dan geweldig: bloemetjesbehang, draperieën langs de ramen en schilderijen in de wc. Het is oud en het kraakt en wij vinden het een soort paradijsje. Aan de achterkant is een balkonnetje, waar de kolibries af en aan vliegen.



De volgende ochtend ontbijten we op het oude balkon, waar de kolibries elkaar de tent uitvechten om het laatste beetje suikerwater. Als de eigenaresse dit komt bijvullen zucht ze dat ze zoveel werk aan ze heeft.


Dan wordt het tijd om naar Clovis te gaan voor familiebezoek. Els woont met haar man Rick in een prachtig huis en Marijke is er ook. Het was heel erg leuk om de familie na 9 jaar weer eens te ontmoeten. We zullen Marijke later ook in Los Angeles weer zien, waar ze met ons mee gaat om oom Mart en tante Corrie – de tweelingzus van Michiel’s vader - te bezoeken. Dat zal een bijzonder bezoek worden, aangezien de vader van Michiel in mei is overleden.

In de weken voorafgaand aan ons bezoek zijn Els en Rick druk bezig geweest met het bemachtigen van een speelgoedteckel, die je in Amerika bij de Cheerios kunt krijgen. We kwamen hem op Facebook tegen en hadden gezegd dat we die teckel dringend nodig hadden: deze lijkt namelijk sprekend op Sofie. Zij zagen de sport er wel van in en hebben heel wat dozen Cheerios gekocht, waar natuurlijk steeds een ander figuurtje in bleek te zitten, maar geen teckel. Uiteindelijk zijn ze er in geslaagd en zijn wij de trotse bezitters van een eigen dierenasiel én een pak Cheerios.


Die middag rijden we door naar Sequoia National Park, waar we de tent opzetten op een heuvel. Het is walk in, dus we moeten alles naar boven dragen. Iets vergeten in de auto betekent een kleine extra oefening van de beenspieren. Omdat we moe zijn ‘koken’ we mac and cheese bij de tent en houden we het na zonsondergang niet heel lang meer vol. We gaan lekker slapen. In de tent die scheef staat.

Vandaag gaan we Sequoia en Kings Canyon bekijken.

We zullen ons kampeeravontuur in Julia Pfeiffer Burns State Park inderdaad moeten laten varen. De campgrounds in dit gebied zijn op last van de brandweer tot tenminste 13 augustus gesloten. Erg jammer voor ons, maar voor de inwoners van het gebied is het natuurlijk veel erger. Highway 1 is nog wel open voor doorgaand verkeer, dus we kunnen er misschien nog wel langs. We hebben onze verblijven in Monterey en Morro Bay allebei met een dag verlengd, zodat we wel op dezelfde route blijven. Mocht Highway 1 alsnog afgesloten worden, dan zullen we er omheen moeten rijden en een stuk van de route langs de Pacific Coast moeten missen. 

zaterdag 30 juli 2016

Glacier Point: strompelend van de berg af


Al maanden geleden hadden we een plaats in een hikers bus geboekt met de bedoeling om ons bij Glacier Point te laten droppen en vervolgens terug te hiken naar de Valley. We wisten dat dit een uitdaging zou worden en dat was ook zo.

Glacier Point torent boven de Valley uit, vlakbij zou je zeggen. Toch doet de bus er een dik uur over om boven te komen. De rit in de bus was op zich al erg leuk. Onderweg vertelt de chauffeur allerlei interessante wetenswaardigheden over het gebied waar we doorheen rijden. Echt de moeite waard. Eenmaal boven aangekomen is er geen weg meer terug, want de bus gaat leeg ergens anders heen en neemt geen spijtoptanten mee. Je kunt hier kiezen voor de 4 mile trail, die langs de bergwand – steil naar beneden én in de zon – rechtstreeks naar de Valley gaat. Je kunt de Panorama Trail lopen van 8,2 mijl, ofwel 13,5 kilometer. Wij kozen voor de laatste en het was prachtig.

Tijdens deze trail kun je genieten van ongelofelijk mooie vergezichten en de vegetatie. Ook is het boven best lekker rustig in vergelijking met de Valley die 3000 voet onder ons ligt. Toch was de hike van deze lengte erg pittig in de brandende zon met een temperatuur van meer dan 30 graden. Ook is de trail lang niet overal goed begaanbaar. Bovendien gaat hij niet alleen maar naar beneden, maar onderweg ook een keer een mijl lang vrij steil omhoog. De laatste 4 mijl waren erg zwaar: moeilijk begaanbaar en erg steil, wat een grote belasting op voeten en beenspieren oplevert. Onderweg vullen we een keer onze waterflessen uit een bron. Je hebt in deze omstandigheden echt heel veel water nodig.



We hebben besloten dat we morgen vertrekken en een hotel gaan zoeken buiten Yosemite. We hoorden vandaag het gerucht dat er branden zijn bij Big Sur, wat ook nog op onze route ligt. De kers op de taart nog wel. Morgen uitzoeken wat we hier mee aan moeten

Meteorieten en Bodie


Gisteravond waren we getuige van een wel heel bijzonder verschijnsel. Monique merkte plotseling brandende stukken op in de lucht. Het bleek te gaan om een meteorietenregen die precies in een baan over ons heen trok. We konden er een poosje naar kijken voor ze achter de bergen verdwenen. Dit was wel heel bijzonder om te zien.

 Vanochtend waren we weer vroeg wakker. Na de bacon met eieren zijn we vertrokken richting Bodie, een ghost town in de middle of nowhere. Het is sinds een tijdje een State Park, je kunt er vanaf 09.00 uur tegen betaling in. Hoewel het voor veel reizigers uit de richting ligt is het zeer de moeite waard hiervoor een stukje om te rijden.



 Bodie is in de 19e eeuw gesticht als goudzoekersstadje en heeft in die tijd grote bloei door gemaakt. In de jaren ’30 kwam de klad er in. De goudmijn werd gesloten en de laatste bewoners vertrokken in 1942. Met achterlating van vrijwel al hun spullen, waardoor je in veel panden gewoon nog de huisraad ziet staan. De bewoners lieten dit achter omdat het duurder was om het mee te nemen. De meeste wegen in die tijd waren tolwegen en je moest naar gewicht betalen. Alles wat je in de panden in Bodie ziet is onaangeroerd gebleven en wordt door de National Park Service beheerd. Zelf het stof op de spullen hebben ze niet weggehaald.
Het is erg de moeite waard een wandeling door het stadje te maken. Hoe vroeger je komt, hoe beter, vooral voor het maken van mooie foto’s zonder moderne mensen er op. Toen wij er waren was het nog heel rustig, maar toen we na een paar uur weggingen werd het steeds drukker.
Van Bodie is het via de Tioga pas vrij makkelijk om in Yosemite National Park te komen. Naar Valley is het dan nog wel twee uur rijden. Wat ons onmiddellijk opviel is dat het veel drukker is dan zeven jaar geleden, ook in de buurt van Tuolumne Meadows. Dat het in de Valley druk zou zijn hadden we wel verwacht en dat kwam ook echt uit. Het is er enorm druk.



Mammoth Lakes. Of is het Oostenrijk?


Omdat we de Devils Postpile willen bezoeken rijden we naar Mammoth
Lakes. Om er te komen moet vanaf het bezoekerscentrum de shuttlebus nemen, met je eigen auto kun je niet verder. Het bezoekerscentrum is ook wintersportcentrum, compleet met jodelhut en Oostenrijks aandoende gebouwen. ’s Zomers is het een walhalla voor bikers. Het ziet er allemaal keurig uit.
De bus gaat op drukke tijden iedere twintig minuten en je kunt onderweg overal in- en uitstappen. Na een stuk de hoogte in te zijn gereden stappen we uit en lopen een korte hike naar Devils Postpile, die bestaat uit een hoge basaltformatie. Deze is 100.000 jaar geleden ontstaan als afkoelende lava, die vervolgens te maken kreeg met een gletsjer. De formatie bestaat uit honderden kolommen (‘posts’). In de loop der jaren zijn er ook de nodige omvallen, die op een hoop liggen (‘pile’).

We lopen nog een paar kilometer door naar Rainbow Fall, een erg mooie waterval. Daarna moet het weer omhoog naar een plek waar de shuttlebus stopt. Een hele klim, zeker met 35 in de volle zon. Het blijkt maar weer dat het geen overbodige luxe is om veel water mee te nemen, ook op een korte hike van een paar kilometer.
Vanmiddag lekker even bij de tent gehangen onder een boom. Dat kan ook erg lekker zijn.
Vanavond naar Mono Lake gereden, hier vlakbij. Dit bijzondere meer – onderdeel van het Great Basin – kan zijn water nergens kwijt, anders dan door verdamping. Hierdoor blijven er enorm veel zouten en mineralen in achter, waardoor het meer 2,5 keer zo zout is als de zee. We bekijken de tufas: kolommen van mineralen en zouten, die zich in de loop de jaren in het water hebben gevormd. Omdat de waterstand in de loop van de laatste decennia steeds verder is gedaald is een aantal boven water uit gekomen en staat een deel zelfs droog. Ze vormen grillige, soms een beetje spooky aandoende vormen. Alweer zo’n bijzonder natuurverschijnsel in dit schitterende gebied.


Morgen richting Yosemite…..







June Lake: eindelijk kamperen


Voordat we onderweg gaan naar June Lake rijden we nog door de Twenty Mule Team Canyon, een onverharde weg door een gebied met kleurrijke rotsen, badlands en desolate heuvels. Het is een korte, maar spectaculaire rit. We rijden niet in een 4x4, maar het is prima te doen.




We rijden naar het Noorden door Death Valley en komen langs prachtige zandduinen, dichtbij Stovepipe Wells. Daarna gaat het 20 mijl lang gestaag omhoog. Er staat een advies langs de weg om de airco uit te zetten om oververhitting van de motor te voorkomen en dat blijkt geen overbodige waarschuwing. Hoewel we een flinke auto hebben, heeft deze merkbaar moeite met de klim. Via twee bergpassen komen we in de buurt van de Alabama Hills en kunnen we door een dal een heel eind richting Bishop rijden.

In Bishop halen we een broodje bij de van oorsprong Nederlandse bakker Erik Schat. Als we de winkel binnen lopen – wat verwacht je van een bakkerswinkel – komen we in een soort happening terecht. In de winkel is het stervensdruk en het ‘echt Nederlandse Sheep Hearders Bread’ blijkt een echte hype. De bakker heeft de American Dream goed begrepen. Onze vier sneetjes van dit bijzondere brood kostten 18 dollar. Lekker brood, dat dan weer wel.

Als we verder rijden wordt het landschap weer groener en zien we de buitentemperatuur gelukkig wat dalen. We zitten op de camping Oh! Ridge bij June Lake, een prachtige plek. ’s Avonds koelt het aardig af, we hebben zelfs een trui aangetrokken en we zien de eeuwige sneeuw op de bergen. Een grotere tegenstelling met Death Valley kun je je bijna niet voorstellen.



Morgen de omgeving verkennen, onder andere Devil’s Postpile. Wordt vervolgd.



dinsdag 26 juli 2016

Van Las Vegas naar Death Valley, inclusief uitstapjes.


Omdat we vandaag relatief weinig kilometers maken – van Las Vegas naar Furnace Creek in Death Valley,  hebben we uitgebreid de tijd om onderweg interessante bijzonderheden te bekijken.




We willen nu echt wel weg uit het gekkenhuis Las Vegas en dus rijden we op deze maandagmorgen de stad uit naar onze eerste stop: Red Rock State Park, een half uurtje rijden vanaf de stad. Hier zien we weer de spectaculaire uitzichten die het zuidwesten van de VS te bieden heeft. In het compacte park rijden we de loop langs de spectaculaire rode rotsten en voert de weg ons hoger en hoger naar fantastische uitzichten. De beplanting bestaat uit een soort grote yucca’s en overal staan waarschuwingsbordjes voor overstekende tortoises, schildpadden. Het is erg warm, dus ook niet echt weer voor een hike, ook niet voor een korte van 3 mijl.





Red Rock State Park is een geweldige plek om in de buurt van Las Vegas weer even terug te keren in ongerepte natuur. Echt een aanrader voor wie in de buurt is en er even uit wil.



We gaan onderweg naar Death Valley, maar al na een paar kilometer wordt onze aandacht getrokken door het bordje Spring Mountain Ranch State Park. We besluiten de ranch te gaan bekijken.



 We worden rondgeleid door een alleraardigste vrijwilliger, ongetwijfeld een gepensioneerde. Zijn achternaam verraadt zijn Duitse afkomst en als hij begint te vertellen over één van de bewoonsters van de ranch – de van oorsprong Duitse actrice Vera Krupp – merken wij dat hij vermoedt dat Duitsers nog altijd als ‘fout’ zouden moeten worden gekwalificeerd. Hij verontschuldigt zich bijna dat hij zelf ook van Duitse afkomst is. We kunnen hem geruststellen door de te zeggen dat wij in Duitsers tegenwoordig vooral prettige buren zien. En of wij Vera Krupp kennen? Nee, afgezien van de naam “starck wie Kruppstahl” dan..



De geschiedenis van de ranch is op zich niet heel interessant, maar Amerikanen verstaan de kunst om er wel een heel verhaal van de te maken en dat gebeurt ook hier. Zo komen allerlei historisch bekende figuren voorbij in het verhaal over het huis, dat pas in 1947 werd gebouwd en dus eigenlijk nog heel jong is.



Dan rijden we door naar Death Valley, waar het heet is. Heel erg heet: we meten tot 52 graden Celsius. Onderweg maken we al even kennis met Zabriskie Point, waar we een klein stukje naar boven moeten klimmen om foto- en videomateriaal te maken. Lopen in die temperatuur wordt heel snel heel zwaar, zeker als je naar boven gaat. En het is nog uitkijken ook: met de harde, hete wind merk je niet dat je zweet en veel vocht verliest. Je moet hier écht een hele flinke watervoorraad bij je hebben en veel drinken.  



Furnace Creek Ranch, waar we overnachten, ziet er op zich leuk uit. Een aardige oase in de verzengende hitte. Toch zie je hier wel wat ‘wear and tear’: achterstallig onderhoud, de nodige provisorische reparaties en een wat gebrekkige schoonmaak. Toch is het best leuk om in een cabin te verblijven en ach: het restaurant serveert een uitmuntende pork chop, een hele dikke karbonade die je in Nederland nergens meer vindt.



Direct na het eten vertrekken we weer om foto- en filmmateriaal te verzamelen van de zonsondergang. In het licht van de laagstaande zon kleuren de bergen spectaculair! Een hele goede plek om hier van te genieten is de Artist Drive, een weg die langs een paar spectaculaire uitzichten voert. Vooral rond zonsondergang fantastisch.




We rijden in de schemering ook nog even door naar Badwater Basin. Op deze plek, ver onder zeeniveau en het laagste punt op aarde, heeft zich in de loop van miljoenen jaren water uit de bergen verzameld, dat onderweg allerlei mineralen en zout heeft meegevoerd. Een proces dat nog steeds door gaat. Het resultaat is een merkwaardige vlakte van voornamelijk zout, waarin ook nog een poel met water zit. Dat is natuurlijk heel erg zout en dat verklaart ook de naam Badwater, slecht water.



Een mooie overgang vandaag van het hectische Las Vegas naar het bijna buitenaardse gebied waar we nu zijn. Morgen gaan we noordwaarts en dan écht ons kamp opzetten en lekker kamperen!

We vermoeden dat we de komende dagen geen wifi hebben, we houden het blog wel bij en posten waar het kan....






maandag 25 juli 2016

Las Vegas


Toen we hier in 2009 waren wilden we er gillend weer uit……. Wat een gekkenhuis. In 2013 was het de plek waar Karin en Marc weer naar Nederland zouden vliegen en ook Nienke wilden we Las Vegas niet onthouden. Het is gewoon te bizar…. Nu kwamen we er langs want we willen graag een keer in Death Valley overnachten. Echt een klik is er voor ons niet, we wilden wel graag een keer een helikoptervlucht maken (lees Monique) . En dat hebben we gedaan. We vonden het allebei een geweldige ervaring. Onderweg werd goede muziek gedraaid, U2, Coldplay en op het moment dat je de Grand Canyon invliegt hoor je een wat bombastisch muziekje dat de dramatiek verhoogt.



We hadden een zeer informatieve piloot. Hij vertelde ons veel over de omgeving en Las Vegas. Bijvoorbeeld dat de lichtbundel bij het Luxor 52 dollar per minuut aan stroom kost. Wat een verspilling, ja….ja…. ik weet het….. we doen er zelf aan mee door hier te komen.

Heel grappig om te bemerken dat je allemaal “Jasper typetjes” ziet lopen bij Pappilion  (het bedrijf dat de rondvluchten verzorgd)…… Keurig wit overhemd, strepen op de schouder…….. zelf werden we rondgevlogen door iemand die de tweelingbroer van Mehran zou kunnen zijn.

We werden ’s ochtends opgehaald bij ons hotel en gebracht naar een verzamelplek. Vandaaruit richting Boulder. De luchthaven ziet er keurig verzorgd uit. Heel erg geslaagd allemaal, een zeer professionele organisatie, werkelijk niets op aan te merken.



’s Middags nog even naar de Bootbarn. Toch weer geslaagd om een paar laarsjes te kopen.

’s Avonds nog even naar de strip….. de nadruk op even, we vinden er niet veel aan. Daarna terug naar het hotel waar Michiel de laatste verbeteringen in zijn scriptie aanbrengt zodat die op tijd op tijd binnen is voor zijn verdediging op 30 augustus. Toch fijn om 2 ½ jaar studeren naast je eigen bedrijf in de lucht te houden af te kunnen sluiten.



Morgen Death Valley…….

zaterdag 23 juli 2016

Rode rotsen en de rest....


Echt handig was onze wijziging in de planning niet. We zouden eerst niet eens in de buurt van Sedona komen. Toch hebben we geen spijt. Het waren twee zware reisdagen maar wat hebben we genoten. Vooral vandaag van de scenic byway 176. En weer zijn er plannen om ook hier eens terug te komen. Een nacht of 4 …….. we willen dan hiken, biken en zeker ook een 4x4 huren om een stuk te rijden. Ook hebben we Montezuma’s Castle bezocht. Super leuk…. Was voor ons niet de eerste keer dat we grotwoningen hebben gezien, we zijn ook al in Mesa Verde geweest, maar blijft toch heel bijzonder om te zien hoe de Indianen vroeger ingenieuze oplossingen hadden voor hun huisvesting.



De rest van de vakantie zal niet zulke grote reisafstanden meer hebben.
Inmiddels zitten we in Las Vegas. Onderweg hebben we een bezoek gebracht aan de Hooverdam. Toen we hier in 2009 waren was de brug nog in aanbouw. Nu is hij al een tijdje klaar en toegankelijk voor  het publiek. Er zijn trappen die je boven op de brug brengen, naast het voorbijrazende verkeer. Het is een hele inspanning om boven te komen. Het is bloedheet en het waait keihard. Al snel hebben we het wel gezien en we vervolgen onze weg. Nog even een uitzichtpunt bekijken en dan weer verder richting Las Vegas.
We hebben vanavond een moedige poging gedaan om Fremont Street te bezoeken, helaas mislukte dit jammerlijk. Las Vegas is normaal al een gekkenhuis maar nu, in het weekend én in de zomervakantie, dus helemaal. We hebben onze pogingen gestaakt en zitten nu op onze hotelkamer in het Tuscany, zeg maar “in onze suite” hij is megagroot.
We beginnen wel erg te verlangen naar kamperen. Vanmorgen nog wat rotsharingen gekocht en een hamer. Volgens mij zijn we compleet. Het lijkt me heel bijzonder om in Death Valley op de Furnace Creek ranch te overnachten maar daarna………


vrijdag 22 juli 2016

Lange, warme dag......


Hoewel we wel door de jet lag heen zijn, zijn we vroeg op. En dat komt goed uit, want er ligt een aardige trip van bijna zes uur voor de boeg. Het hotel waar we overnacht hebben is erg goed en we kunnen er goed ontbijten met mooi dun gesneden bacon, eieren en heerlijk vers fruit. Een mooie start van de dag.

De rit voert vandaag door een enorm onherbergzaam en verzengend heet gebied naar Cottonwood, Arizona. Het is bij dit soort oversteken aan te raden tijdig te tanken. Wij rijden nooit verder leeg dan ¼. En dat bleek ook nu weer een goed idee: kort na de tankstop in het vertrekdorp 29 Palms passeren we een bord met ‘next services 100 miles’. 160 kilometer dus. En als je ergens niet wilt stranden is het wel in de woestijn die we vandaag doorkruisen.

Onze navigatie hadden we op snelwegen vermijden gezet. We houden van de lege landschappen die je in Amerika egelmatig tegenkomt. Maar na 3 uur niets hebben we het wel gehad en vinken de optie snelwegen vermijden weer uit.

Toch hebben woestijnen ook hun schoonheid. Regelmatig zien we spectaculaire vergezichten en snappen we ook waarom er vaak over ‘painted hills’ gesproken wordt. Na een paar uur komen we plotseling een plek tegen waar vele honderden schoenen verzameld zijn. Geen idee door wie en waarom. Dat we niet hallucineren van de hitte blijkt uit de foto’s die we maken.



Heel langzaam verandert onderweg het landschap. Het wordt zelfs weer groen hier en daar. We zien heuvels met allerlei soorten cactussen, echt heel mooi. Ook de kleur van de aarde wordt steeds wat roder. In Cottonwood logeren we in de Iron Horse Inn, een fantastisch hotel met een sfeervolle binnenplaats aan Main Street in Downtown Cottonwood. We hebben een kamer beneden aan de gezamenlijke tuin.



We verkennen “Old Town” Cottonwood, een erg leuk plaatsje.

We maken nog even een kort tripje naar Sedona, waar de rode kliffen echt spectaculair zijn. We besluiten daar ook lekker uit eten te gaan, omdat we zin hebben in een echte Amerikaanse steak. In de Golden Goose leren we echter weer iets nieuws. Amerikanen blijken namelijk in staat om een steak te paneren en te frituren, zodat het net is alsof je een goedkope schnitzel van de Jumbo eet. Die wordt dan wel geserveerd onder leiding van een ober met een Frans accent. Net als in een echt sjiek restaurant.

Morgen weer verder naar Las Vegas  via route 66………..

NB: We zijn er inmiddels achter dat de schoenen een soort monument vormen voor overleden jongeren.